Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ga

Zelfstandig naamwoord

lega

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van lege


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
legar

lega

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van legar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van legar