Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koort·sig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van koorts met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen koortsig koortsiger koortsigst
verbogen koortsige koortsigere koortsigste
partitief koortsigs koortsigers -

Bijvoeglijk naamwoord

koortsig

  1. een verhoogde lichaamstemperatuur hebbend, meestal door een infectie ziekte
    • Het koortsige kind was aan het ijlen. 

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be