Nederlands

 
Een wit konijn
Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·nijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord konijn konijnen
verkleinwoord konijntje konijntjes

Zelfstandig naamwoord

het konijno

  1. (haasachtigen) bepaald soort zoogdier Oryctolagus cuniculus   dat ook gedomesticeerd kan worden gehouden
    • Het konijn at gras. 
    • Behalve dan dat de twee waarnemers zich, op het moment dat ze zo laag mogelijk gebukt vooruitkwamen, als konijnen lieten neerschieten. Eerst vielen er drie schoten en daarna een diepe stilte; de zaak was wat de vijand betreft afgedaan. [2] 
  2. (astronomie) Chinees sterrenbeeld
    • Data voor het sterrenbeeld Konijn volgens de Chinese kalender: [...] 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • met de konijnen door de tralies kunnen eten
mager zijn
  • bij de konijnen af
meer dan erg
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen