Nederlands

 
kuifkoekoek (Clamator glandarius)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • koe·koe·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koekoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koekoekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koekoek
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (koekoeksvogels) Cuculidae   een familie van vogels, behorende tot de koekoeksvogels (Cuculiformes). De familie telt 146 soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie