Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klas·siek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘antiek’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • van Frans classique [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen klassiek klassieker klassiekst
verbogen klassieke klassiekere klassiekste
partitief klassieks klassiekers -

Bijvoeglijk naamwoord

klassiek

  1. bij uitstek kenmerkend
    «klassiek verschijnsel»
    verschijnsel zoals dat in de boekjes beschreven is
    • Omdat ze een vrij klassiek beeld had van de oorlog was ze er snel van overtuigd dat Albert 'met zijn intelligentie' na korte tijd zou uitblinken, promotie zou maken en ze zag hem al in de voorste linie in de aanval gaan. Ze stelde zich voor dat hij een heldendaad verrichtte, meteen officier werd, kapitein, commandant of meer nog, generaal, die dingen gebeuren tijdens de oorlog. [3] 
  2. daterend uit de oude tijd
    • Met de klassieke mechanica kon men dit niet verklaren. Deze pakketjes noemde hij quanta en dat gaf de aanzet tot de kwantummechanica, waarmee het deterministische wereldbeeld werd ondermijnd en de weg werd gebaand voor de statistische benadering van de onderliggende natuurwetten van de materie. Hiermee kon men de subatomaire verschijnselen beter beschrijven en verklaren dan met de klassieke Newtoniaanse wetten. 
     In het Palais des Bonbons et du Nougat in Montélimar is met klassieke auto's een file opgesteld. In Pouilly-sur-Loire staat Les 200 Bornes, een pompstation annex hotel-restaurant in oude stijl.[4]
  3. van een vroegere bloeiperiode
    • Hij houdt zowel van pop als van klassieke muziek. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen