klappertanden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klap·per·tan·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘met de tanden klapperen’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
- samenstelling van klapper ww en tanden [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klappertanden |
klappertandde |
geklappertand |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- inergatief zodanig rillen van de kou dat de tanden klapperen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord klappertanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klappertanden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "klappertanden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ klappertanden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be