kees
Niet te verwarren met: Kees, case |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kees
Woordherkomst en -opbouw
- [2] in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1841 [1]
- [4] vermoedelijk eponiem dat zou verwijzen naar de roepnaam van de 18e-eeuwse Nederlandse Patriot Cornelis de Gijselaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kees | kezen |
verkleinwoord | keesje | keesjes |
Zelfstandig naamwoord
de kees m
- in samenstellingen (zie hieronder)
- keeshond [2]
- tabakspruim [3]
- (scheldwoord) voor een Hollander of patriot [4] [5] [6]
- vogel [7] [8]
- verbastering van kaas [9] [10]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kezen |
kees
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kezen
- Ik kees.
- gebiedende wijs van kezen
- Kees!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kezen
- Kees je?
Gangbaarheid
- Het woord kees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kees" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[12] |
Verwijzingen
- ↑ "kees" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hond kees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ pruim kees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ patriot kees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ vogel kees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kaas kees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ klaar is kees kees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be