Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·pot·gaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kapotgaan
ging kapot
kapotgegaan
klasse 7 volledig

Werkwoord

kapotgaan

  1. beschadigd raken waardoor iets niet meer functioneert
    • Als je een kopje laat vallen gaat het kapot. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be