Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Ka, kA

Universeel taalgebruik

Woordherkomst en -opbouw

Symbool

ka

  1. (tijdrekening), (eenheid), (geologie) het symbool voor kiloannum, een periode van duizend jaar
Verwante begrippen


Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ka ka's
verkleinwoord kaatje kaatjes

Zelfstandig naamwoord

de kav

  1. (pejoratief) vrouw die krachtig voor haar opvatting uitkomt
enkelvoud meervoud
naamwoord ka ka's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ka v/m

  1. kade
    1. kleine dam
    2. oever die geschikt is gemaakt om schepen aan te leggen
  2. (zangvogels) kauw Corvus monedula  

Tussenwerpsel

ka

  1. geluid van een kraai of kauw, wordt vaak een paar keer herhaald

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen


Fries

Woordafbreking
  • ka
enkelvoud meervoud
naamwoord ka ka's, kaen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ka g

  1. (zangvogels) kauw, torenkraai


Lets

Voegwoord

ka

  1. dat

Partikel

ka

  1. dat (als inleiding van iets waarvan de spreker hoopt dat het niet zal gebeuren)


Wepsisch

Zelfstandig naamwoord

ka

  1. ja