interest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·te·rest
Woordherkomst en -opbouw
- van Oudfrans interest, in de betekenis van ‘procentuele vergoeding voor lening’ aangetroffen vanaf 1530 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interest | interesten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de interest m
- (financieel) percentage vergoeding voor geleend geld of andere zaken
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord interest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "interest" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ interest op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "interest" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
interest
Zelfstandig naamwoord
interest
- interesse
- belang
- «They advance corporate interests.»
- Zij bevorderen de belangen van het bedrijfsleven.
- «They advance corporate interests.»
Hyponiemen
- [1] human interest
Gangbaarheid
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "interest" herkend door:
100 % | van de Amerikanen; |
98 % | van de Britten.[1] |
Oudfrans
Woordherkomst en -opbouw
- substantivering van middeleeuws Latijn interest ww “het is van belang” (interesse “verschillen”)[2]
Zelfstandig naamwoord
interest m
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
- ↑ intérêt (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .