Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·sla

Werkwoord

vervoeging van
inslaan

insla

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslaan
    • ... dat ik insla. 

Werkwoord

vervoeging van
inslaan

insla

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van inslaan
    • ... dat men insla. 


Reto-Romaans

enkelvoud meervoud
insla inslas

Zelfstandig naamwoord

insla v

  1. (geologie) eiland
    «Las Isole di Magadino è ina gruppa da tschintg inslas che sa chattan en la part svizra dal Lago Maggiore.»
    De Isole di Magadino zijn een groep van vijf eilanden die gelegen zijn in het Zwitserse deel van het Lago Maggiore.