Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·kou·de

Bijvoeglijk naamwoord

ijskoude

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ijskoud
     Het was een ijskoude nacht en ik werd meerdere malen bibberend wakker. Verbaasd zag ik de volgende ochtend dat er een dun laagje ijs op mijn tent lag.[1]
     's Nachts droomde hij ook af en toe van het leven op de Hardangervidda en soms wanneer hij half slapend zijn voeten op de ijskoude plankenvloer zette om uit bed te komen voor een activiteit die mannen van zijn leeftijd dwong om de diepste slaap of de aangenaamste dromen te onderbreken, voelde het alsof hij er nog steeds was.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142