Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hij·zelf
Woordherkomst en -opbouw

Persoonlijk voornaamwoord

hijzelf

  1. versterkte/benadrukte vorm van hij
    • Hijzelf kon niet komen. 
     Niemand had iets verkeerds gedaan, althans niets aantoonbaar verkeerds, hijzelf niet en niemand anders.[1]

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be