Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • het·zelf·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
  • samenstelling van  het  en  zelfde  [2]

Aanwijzend voornaamwoord

hetzelfde

  1. de gelijke identiteit bezittend; onzijdig enkelvoud, zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt
    • Dit is hetzelfde boek dat ik gisteren zat te lezen. 
    • Hij heeft weer hetzelfde gedaan als vorige week. 
     Vloekend dat ik weer in zo’n onaangename situatie was verzeild, daalde ik strompelend hetzelfde pad af dat ik een uur geleden had beklommen.[3]
     Want nadat hij terugkeerde van de Hardangervidda, en de Spoorlijn tegen alle voorspellingen van de zogenaamde kenners in werkelijkheid was geworden, zou zijn leven nooit meer hetzelfde zijn.[4]
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • voor hetzelfde geld
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. "hetzelfde" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. hetzelfde op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be