Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·mer·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hamerstuk hamerstukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hamerstuko

  1. voorstel dat zonder discussie wordt afgedaan maar louter met een hamerslag bekrachtigd wordt
    • Zijn aanstelling was een hamerstuk voor de gemeenteraad. 
  2. (bouwkunde) hamervormig breed uiteinde van een balk die op een muur rust

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be