Griesmeelpudding met rodebessensaus.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gries·meel·pud·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord griesmeelpudding griesmeelpuddingen
verkleinwoord griesmeelpuddinkje griesmeelpuddinkjes

Zelfstandig naamwoord

de griesmeelpuddingm

  1. (kookkunst) zoet nagerecht bereid door melk, suiker en grof gemalen tarwe of spelt te koken en af te laten koelen
     En griesmeelpudding met bessensap kan ik ook fantastisch maken, en dan doe ik er geen anijs in, wat heel veel mensen wel doen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Mark Rutte geciteerd door Clara van de Wiel
    “Campagneblog : Interviews met Wilders in Story en Privé: Lola, afvallen en een ooglidcorrectie” (8 maart 2017) op nrc.nl