Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tuigd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: getuigen…
geen verbogen vorm

getuigd

  1. voltooid deelwoord van getuigen

Werkwoord

vervoeging van: tuigen…
geen verbogen vorm

getuigd

  1. voltooid deelwoord van tuigen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen getuigd getuigder getuigdst
verbogen getuigde getuigdere getuigdste
partitief getuigds getuigders -

Bijvoeglijk naamwoord

getuigd

  1. voorzien van tuig of tuigage
    • (...) de dichter vergelijkt zich met een getuigd paard dat een riem (vorbouch) voor de borst (bouch) heeft (..) [2]
    • Bilderdijk tekent echter een dwarsscheeps getuigd schip: (...) [3]
Antoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen