geslachtsgemeenschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·slachts·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geslachtsgemeenschap -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de geslachtsgemeenschapv

  1. (seksualiteit) seks waarbij de man met zijn penis het lichaam van de partner binnengaat
    • Een SOA kan optreden na geslachtsgemeenschap. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid