Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·fa·da·do
  enkelvoud meervoud
mannelijk enfadado enfadados
vrouwelijk enfadada enfadadas

Bijvoeglijk naamwoord

enfadado

  1. boos, kwaad, woedend
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
enfadar

enfadado

  1. voltooid deelwoord (participio) van enfadar
vervoeging van
enfadarse

enfadado

  1. voltooid deelwoord (participio) van enfadarse


Verwijzingen