Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·pu·je
enkelvoud meervoud
empuje empujes

Zelfstandig naamwoord

empuje m

  1. (het) duwen, (het) stoten
  2. stoot, duw, por, stomp
  3. druk
  4. daadkracht, voortvarendheid, ondernemingslust
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
empujar

empuje

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van empujar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van empujar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van empujar