eiser
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ei·ser
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van eisen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eiser | eisers |
verkleinwoord | eisertje | eisertjes |
Zelfstandig naamwoord
de eiser m
- (juridisch) de naam die in het burgerlijk procesrecht aan een procespartij wordt gegeven, die een civiele procedure begint
- De eiser eiste dat zijn buurman de overhangende takken van zijn boom zou verwijderen. De aangeklaagde buurman vond dit een onredelijke eis.
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord eiser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eiser" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be