dossen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dos·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dossen |
doste |
gedost |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
dossen
- overgankelijk (verouderd) aankleden met een opvallend resultaat
- overgankelijk (figuurlijk) een pak slaag geven, klappen geven
Synoniemen
- [1] opschikken
- [2] ranselen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
de dossen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dos
Gangbaarheid
- Het woord dossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dossen" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ dossen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be