Spaans

Uitspraak
  • IPA: /de.ˈse.o/
Woordafbreking
  • de·se·o
enkelvoud meervoud
deseo deseos

Zelfstandig naamwoord

deseo m

  1. verlangen, wens
  2. begeerte
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
desear

deseo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desear