descendent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: descendent (hulp, bestand)
Woordafbreking
- des·cen·dent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘nakomeling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1580 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | descendent | descendenten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Vertalingen
1. zie: nakomeling
Gangbaarheid
- Het woord descendent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "descendent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ descendent op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).