Deens

Woordafbreking
  • dans·ke
Naar frequentie 4399

Bijvoeglijk naamwoord

danske, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van dansk

danske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van dansk


Noors

Woordafbreking
  • dans·ke
Naar frequentie 8222

Bijvoeglijk naamwoord

danske, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van dansk

danske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van dansk


Nynorsk

Woordafbreking
  • dans·ke

Bijvoeglijk naamwoord

danske, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van dansk

danske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van dansk