Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·ber·seks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cyberseks -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de cyberseksm

  1. (informatica), (seksualiteit) seks die via het internet plaatsvindt
     Een Nederlandse delegatie onder leiding van Collegevoorzitter Herman Bolhaar bezoekt de stad Cordova in het zuiden van de Filipijnen. De stad staat bekend als plek waar veel cyberseks wordt geproduceerd.[2]
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. cyberseks op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Officier Sabina van der Kallen over mensenhandel als moderne slavernij” (27 februari 2005)