Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurtaal cultuurtalen
verkleinwoord cultuurtaaltje cultuurtaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de cultuurtaalv / m

  1. (taalkunde) taal die de standaardtaal is in een gebied waar ook dialecten worden gesproken
    • In Vlaanderen bestond lange tijd geen Nederlandse cultuurtaal. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid