contra-

Niet te verwarren met: contra

Nederlands

Huidig bestand
19

Uitspraak

• Geluid:  contra-    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈkɔntra/

Woordafbreking

• con·tra-

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Latijnse cŏntrā.

Voorvoegsel

contra-

1. tegen-, gebruikt in zelfstandige naamwoorden die de tegenhanger of het tegendeel van iets vergelijkbaars aanduiden

   • Met een contramoer voorkom je dat een andere moer zich kan losdraaien. 

2. tegen-, gebruikt in bijvoeglijke naamwoorden die een gerichtheid tegen het hoofdwoord aanduiden, en in woorden die van deze bijvoeglijke naamwoorden zijn afgeleid

   • Met contrademocratische propaganda wilden zij de weg banen voor een staatsgreep. 

Synoniemen

• [2] anti-

Antoniemen

• pro-

Verwante begrippen

• contra

Hyponiemen

   

contra-enquête contrabanket contrabericht contrabetoog contrabezoek contrabiljet contraboek contrabras contragarantie contragewelf contraguerrilla contramemorie contraoffensief contraorder contraparool contrapartij contrarail contrareformatorisch contraspie contraspion contratoost contravisite contravoorstel

Anagrammen

• cantor

Gangbaarheid

• Het woord 'contra-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.