Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·sti·pa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord constipatie constipaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de constipatiev

  1. (medisch) verstopping, harde of uitblijvende ontlasting
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen