Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·se·guir

Werkwoord

conseguir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
conseguir
conseguía
conseguido
volledig
  1. overgankelijk verkrijgen, krijgen, bereiken, behalen, er in slagen
    «conseguir hacer algo»
    er in slagen iets te doen