congregationalisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·gre·ga·ti·o·na·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord congregationalisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het congregationalismeo

  1. (religie) de leer van de volstrekte zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente (in het protestantisme)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie