Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·fu·ci·a·nis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord confucianisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het confucianismeo

  1. (filosofie) wijsgerige en ethische leer die een grote rol speelt in de Chinese beschaving
     Chinese keizers waren behalve wereldlijke heersers ook een soort hogepriesters die moesten zorgen voor de harmonie tussen hemel en aarde. Het confucianisme, oorspronkelijk een morele en politieke filosofie, werd steeds meer toegepast als een ideologie om gehoorzaamheid af te dwingen aan een patriarchaat, van vaders in de familie tot de keizers op de drakentroon.[3]
      Dit overdreven gevoel verleidt velen, die in de uiterste armoede verkeeren, tot het plegen van kindermoord: doch deze verfoeijelijke gewoonte wordt bij niet één in China heerschend Godsdienstig stelsel, hetzij Confucianisme, Taou-isme of Buddhisme, geleerd of bevolen.[4]
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. confucianisme op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Ian Buruma
    “Xi vult China’s spirituele vacuüm” (1 oktober 2019) op nrc.nl
  4.   Weblink bron
    Walter Henry Medhurst (vert. A. van Deinse)
    “China, toestand en vooruitzigten van dat rijk” (1839), Van der Meer & Verbruggen, Rotterdam, p. 49