chic
Niet te verwarren met: chick |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chic
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | chic | chiquer | chicst |
verbogen | chique | chiquere | chicste |
partitief | chics | chiquers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
chic
- modieus verfijnd
- Zij logeerden in een chic hotel.
- Die chique hoed staat je echt goed!
- ▸ Er stond een diner op de agenda, zo chic dat ik er een pak voor had gekocht en zo leuk dat ik de dag erna had vrijgehouden.[3]
- ▸ De chique, ruime schrijftafel van ebbenhout, die stijlvol was ingelegd met lichtere houtsoorten, die voor het raam was geplaatst naast de openslaande deuren naar het terras en die gepaard was aan een sobere maar degelijke en comfortabele houten bureaustoel uit de jaren dertig, had ik al meteen bij binnenkomst opgemerkt.[4]
- uit de hoge stand
- Daar stonden allerlei chique mensen te wachten.
- van een goede smaak getuigend; fatsoenlijk, gepast
- Ik vind die reactie niet erg chic.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chic | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de chic m
- sociaal milieu dat zich door verfijnd uiterlijk en gedrag presenteert als de toonaangevende groep in een bepaalde plaats
- ▸ De 71-jarige specialist in het overvallen van geldtransporten geniet momenteel van zijn oude dag in de Brusselse chic van Sint-Pieters-Woluwe.[5]
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
- chic de friemel
overdreven / gemaakt netjes
Vertalingen
1. modieus verfijnd
2. uit de hoge stand
Gangbaarheid
- Het woord chic staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chic" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "chic" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Sjiek / chic, sjieke / chique” op taaladvies.net
- ↑ Weblink bron Ellen Deckwitz“Vergeefs verheugd” (17 november 2022) op nrc.nl
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
- ↑ Weblink bron “Er staat een prijs op het hoofd van supergangster Marcel Habran” (18 september 2004) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- IPA: /ʃiːk/
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
chic | chicer more chic |
chicest most chic |
Bijvoeglijk naamwoord
chic
Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
chic | chics |
Bijvoeglijk naamwoord
chic
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- chic
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Franse woord chic.
Bijvoeglijk naamwoord
chic
Verbuiging
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | chic | chicere | chicest |
o enkelvoud | chict | |||
meervoud | chice | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
chice | chicere | chiceste |
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
en chic drakt
- Een chique jurk.
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- chic
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Franse woord chic.
Bijvoeglijk naamwoord
chic
Verbuiging
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | chic | chicare | chicast |
o enkelvoud | chict | |||
meervoud | chice | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
chice | chicare | chicaste |
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
ein chic kjole
- Een chique jurk.