Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ce·le·bret
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord celebret celebretten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het celebreto

  1. (religie) schrijven waarin een leek de bevoegdheid wordt toegekend om de mis te lezen

Gangbaarheid

16 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen