Nederlands

 
het bruiloftsmaal
Uitspraak
Woordafbreking
  • brui·lofts·maal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruiloftsmaal bruiloftsmalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bruiloftsmaal o [1]

  1. de gemeenschappelijke maaltijd die men nuttigd op de dag van het huwelijk
    • Als het aan Jamie Oliver ligt, is hij degene die het bruiloftsmaal van prins Harry en Meghan Markle bereidt. Dat zegt hij in de Duitse krand Bild am Sonntag. „De voorbereidingen hiervoor lopen al.”[2] 
    • Quirine Melssen (zang), Willem Brink (gitaar) en Peter van Os (accordeon) gaan zelfs nog een stapje verder. Wie de voorstelling, naar de roman van A. den Doolaard boekt, kan er ook voor kiezen een culinair feestje van te maken. Op verzoek neemt het muzikale drietal een kok mee, die culinair uitpakt. Het aanbod kan variëren van enkele speciale hapjes en drankjes tot een compleet bruiloftsmaal.[3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 11 dec. 2017
  3. de Telegraaf RONNEKE VAN DER GENUGTEN 28 feb. 2014