Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·glas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandglas brandglazen
verkleinwoord brandglaasje brandglaasjes

Zelfstandig naamwoord

het brandglaso

  1. (optica) een lens die het opvallende zonlicht op een klein oppervlak concentreert dat daardoor sterk verhit wordt
    • Een vergrootglas kan als brandglas werken en brand veroorzaken. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be