Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ven·lip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenlip bovenlippen
verkleinwoord bovenlipje bovenlipjes

Zelfstandig naamwoord

de bovenlipv / m

  1. (anatomie) de bovenste van de twee lippen
    • Er is geen effectievere manier om iemand als het absolute kwaad af te schilderen dan het tekenen van een vierkant blokje op de bovenlip. [1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen