Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

bote mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boot


Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudfranse bote

Zelfstandig naamwoord

bote

  1. laars
Schrijfwijzen


Spaans

enkelvoud meervoud
bote botes

Zelfstandig naamwoord

bote m

  1. (scheepvaart) sloep

Werkwoord

vervoeging van
botar

bote

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van botar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van botar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van botar


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·te

Zelfstandig naamwoord

bote

  1. vocatief enkelvoud van bot