Nederlands

Borium
5B
Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘chemisch element’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1831 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord borium -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het boriumo

  1. (scheikunde), (element) een chemisch element en een zwart metalloïde
    • Waar wordt borium in gebruikt? 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

boor

  1. (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde, met atoomnummer 5
Afkorting
Synoniemen

Meer informatie


Limburgs

Zelfstandig naamwoord

boor

  1. (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde, met atoomnummer 5
Afkorting
Synoniemen

Meer informatie


Noord-Fries

Zelfstandig naamwoord

boor

  1. (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde, met atoomnummer 5
Afkorting
Synoniemen

Meer informatie