borium
Nederlands
Borium |
---|
5B |
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘chemisch element’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1831 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borium | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het borium o
- (scheikunde), (element) een chemisch element en een zwart metalloïde
- Waar wordt borium in gebruikt?
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een chemisch element en een zwart metalloïde
Gangbaarheid
- Het woord borium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borium" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "borium" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
boor
- (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde, met atoomnummer 5
Afkorting
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Limburgs
Zelfstandig naamwoord
boor
- (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde, met atoomnummer 5
Afkorting
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Noord-Fries
Zelfstandig naamwoord
boor
- (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde, met atoomnummer 5
Afkorting
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.