bloemperk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bloem·perk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloem en perk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemperk | bloemperken |
verkleinwoord | bloemperkje | bloemperkjes |
Zelfstandig naamwoord
het bloemperk o
- Bloembed. Een begrensd stukje grond dat men bloemen beplant is.
Vertalingen
1. een begrensd stukje grond dat men bloemen beplant is
Gangbaarheid
- Het woord bloemperk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bloemperk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be