biosfeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bio·sfeer
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het door levende wezens bevolkte deel van de aarde’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
- afgeleid van sfeer met het voorvoegsel bio- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biosfeer | biosferen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- de gezamenlijke omgevingen (hydrosfeer, atmosfeer, lithosfeer) van de aarde waarin leven mogelijk is
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord biosfeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "biosfeer" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "biosfeer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ biosfeer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be