Bestraten.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stra·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van straat met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bestraten
bestraatte
bestraat
zwak -t volledig

Werkwoord

bestraten

  1. overgankelijk het wegdek verharden met klinkers of andere middelen om er een straat van de maken
    • Nu de nieuwe kabels gelegd zijn moet hier opnieuw bestraat worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be