Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·na·drukt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van benadrukken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
benadrukken

benadrukt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadrukken
    • Jij benadrukt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadrukken
    • Hij benadrukt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van benadrukken
    • Benadrukt! 
vervoeging van: benadrukken…
verbogen vorm: benadrukte

benadrukt

  1. voltooid deelwoord van benadrukken