beist
Drents
Zelfstandig naamwoord
beist
Schrijfwijzen
Synoniemen
Gotisch
Zelfstandig naamwoord
beist
Schrijfwijzen
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
beist
Schrijfwijzen
Synoniemen
Meer informatie
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- beist
Woordherkomst en -opbouw
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Latijnse woord bestia
Naar frequentie | 7162 |
---|
Werkwoord
beist
- voltooid deelwoord van beise
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | beist | beistet | beist | beista beistene [1] |
genitief | beists | beistets | beists | beistas beistenes |
Zelfstandig naamwoord
beist o
Schrijfwijzen
- [1-2]: best
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: et beist av en bjørn
een beest van een beer
- [2]: Ditt beist!
Dat kreng!
Zelfstandig naamwoord
beist, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van beist
Verwijzingen
- ↑ Taalhervorming 2005
Rettskrivningsendringer fra 1. juli 2005, punt 1.1.1 (in het Noors)
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- beist
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse woord bestia
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | beist | beistet | beist | beista |
Zelfstandig naamwoord
beist o
- beest, apaat, ondier
- huisdier, hengst
- een onaangeneme, boosaardige persoon
- (scheldwoord) kreng, loeter
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: eit beist av ein bjørn
een beest van een beer
- [3]: eit beist til kjerring
een beest als vrouw
- [3]: eit beist til mann
een beest als man
- [4]: Ditt beist!
Dat kreng!
Zelfstandig naamwoord
beist, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van beist