bacteriologisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bac·te·rio·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bacterioloog met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bacteriologisch | bacteriologischer | |
verbogen | bacteriologische | bacteriologischere | |
partitief | bacteriologisch | bacteriologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bacteriologisch
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bacteriologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.