angriber
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- an·gri·ber
Woordherkomst en -opbouw
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Deense werkwoord angribe met het voorvoegsel an- en met het achtervoegsel -er
Naar frequentie | 2111 |
---|
Werkwoord
angriber
- tegenwoordige tijd van angribe
Zelfstandig naamwoord
angriber
Afgeleide begrippen
- [3]: landsholdsangriber
- [3]: stjerneangriber
Verwijzingen
- angriber in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk