alsem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·sem
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands alsene, van middeleeuws Latijn aloxinum [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alsem | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de alsem m
- (bloemplanten) benaming voor planten van het composietengeslacht Artemisia
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- alsemambrosia, alsembeker, alsembier, alsembitter, alsemdrank, alsemdronk, alsemdruppel, alsemkelk, alsemknop, alsemwijn
Vertalingen
1. benaming voor planten van het composietengeslacht Artemisia
Gangbaarheid
- Het woord alsem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alsem" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ alsem op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
alsem