alegrar
Catalaans
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
alegro | alegrava | alegrat |
1e vervoeging | volledig |
Werkwoord
alegrar
Afgeleide begrippen
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·le·grar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
alegrar |
alegraba |
alegrado |
volledig |
Werkwoord
alegrar
- overgankelijk verheugen, verblijden
- opvrolijken, vrolijk maken
- opstoken, oprakelen (van vuur)