aanbevelenswaardig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanbevelenswaardig    (hulp, bestand)
• IPA: / ambəvelənsˈwardəx / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·be·ve·lens·waar·dig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van aanbevelen en waardig met het invoegsel -s-
• afgeleid van aanbevelenswaard met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	aanbevelenswaardig	aanbevelenswaardiger	aanbevelenswaardigst
verbogen	aanbevelenswaardige	aanbevelenswaardigere	aanbevelenswaardigste
partitief	aanbevelenswaardigs	aanbevelenswaardigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

aanbevelenswaardig

1. een aanbeveling verdienend, navolgenswaardig

   • Het is aanbevelenswaardig om iedere dag je tanden te poetsen. 
   • Het is aanbevelenswaardig om regelmatig een back-up te maken van de harde schijf 

Synoniemen

• aanbevelenswaard, recommandabel, aanbevelingswaardig, raadzaam

Vertalingen

    1. een aanbeveling verdienend   

Afrikaans: aanbevelenswaardig (af) Bulgaars: достоен за препоръка (bg) Duits: empfehlenswert (de) Engels: recommendable (en), advisable (en)

Fins: suositeltava (fi) Frans: recommandable (fr) Indonesisch: direkomendasikan (id) Spaans: aconsejable (es), recomendable (es)

Gangbaarheid

• Het woord 'aanbevelenswaardig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Afrikaans

stellend	attributief
aanbevelenswaardig	aanbevelenswaardige

Bijvoeglijk naamwoord

aanbevelenswaardig

1. aanbevelenswaardig