Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Tanz·leh·rer
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Tanz en Lehrer
enkelvoud meervoud
nominatief der Tanzunterlehrer die Tanzlehrer
genitief des Tanzlehrers der Tanzlehrer
datief dem Tanzlehrer den Tanzlehrern
accusatief den Tanzlehrer die Tanzlehrer

Zelfstandig naamwoord

Tanzlehrer, m

  1. (beroep), (dans), (onderwijs) dansleraar (mannelijke vorm)
    «Wir sind derzeit auf der Suche nach einem Tanzlehrer
    Wij zijn per direct op zoek naar een dansleraar.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • Tanzlehrer gesucht
dansleraar gezocht